Basisvaardigheden: hoe maak je je aanbod doelgericht?

16 september 2024

In het onderwijs staat de verbetering van basisvaardigheden de afgelopen jaren hoog op de agenda. Maar hoe zorg je ervoor dat je aanbod echt doelgericht is, zoals de onderwijsinspectie dat vereist? In deze blog verkennen we hoe concrete leerdoelen voor taal, rekenen en burgerschap de basis kunnen vormen voor een effectief curriculum dat voldoet aan de wettelijke eisen.

Het belang van concrete leerdoelen

Volgens de onderwijsinspectie betekent “doelgericht” werken met concrete leerdoelen die duidelijk maken aan welke groepen leerlingen de school wat wil leren. Effectieve leerdoelen hebben daarbij de volgende kenmerken:

  1. Specifiek en meetbaar: De doelen zijn helder geformuleerd en de voortgang is te meten.
  2. Gekoppeld aan kerndoelen en/of referentieniveaus: Ze sluiten aan bij de wettelijke vereisten.
  3. Passend bij de leerlingen: Ze houden rekening met het ontwikkelingsniveau en de context van de leerlingenpopulatie.
  4. Uitdagend maar haalbaar: Ze stimuleren groei zonder onrealistisch te zijn.
  5. Dekkend voor het curriculum: Ze omvatten alle relevante aspecten van het vak of leergebied.

Taal en Rekenen: Bouwen op referentieniveaus en kerndoelen

Voor taal en rekenen vormen de referentieniveaus en kerndoelen het uitgangspunt. Het curriculum moet:

  1. Dekkend zijn voor de kerndoelen
  2. Toewerken naar de referentieniveaus
  3. Passen bij de leerlingenpopulatie van de school
  4. Een logisch doorlopende opbouw van doelen hebben

Hieronder beschrijven we hoe dit concreet vorm kan krijgen voor (Nederlandse taal en rekenen/wiskunde.

Taal

Bij het ontwikkelen van een doelgericht curriculum voor Nederlandse taal is het van belang om de volgende domeinen in acht te nemen:

  • Mondelinge taalvaardigheid
  • Lezen
  • Schrijven
  • Begrippenlijst
  • Taalverzorging

Deze domeinen vormen samen een geïntegreerd geheel. Bij het formuleren van leerdoelen is het belangrijk om rekening te houden met de opbouw van 1F naar 2F en verder. Hier volgen twee voorbeelden die de progressie illustreren:

  • 1F (schrijven): De leerling kan een korte, eenvoudige tekst schrijven over een alledaags onderwerp, waarbij de informatie in de juiste volgorde staat.
    Voorbeeld: Het schrijven van een briefje aan een familielid over de vakantieplannen.
  • 2F (schrijven): De leerling kan samenhangende teksten van enige lengte schrijven, zoals verslagen of artikelen, met een duidelijke opbouw en onderverdeling in alinea’s.
    Voorbeeld: Het schrijven van een artikel voor de schoolkrant over de voor- en nadelen van sociale media, met een duidelijke inleiding, kern en slot.

Rekenen/wiskunde

Een doelgericht curriculum voor rekenen/wiskunde richt zich op vier hoofddomeinen:

  • Getallen
  • Verhoudingen
  • Meten en meetkunde
  • Verbanden

Ook hier is het belangrijk om de progressie van 1F naar 2F en verder in acht te nemen. Twee voorbeelden:

  • 1F (Meten en Meetkunde): De leerling kan in toepassingssituaties afmeting en hoeveelheden inschatten.
    Voorbeeld: Het aanwijzen van een voorwerp in het klaslokaal van ongeveer één vierkante meter groot.
  • 1S/2F (Meten en Meetkunde): De leerling kan in toepassingssituaties afmeting en hoeveelheden inschatten, ook in complexere situaties en met moeilijkere getallen.
    Voorbeeld: Inschatten hoe veel water er wordt gebruikt tijdens het douchen en in bad gaan.

Door leerdoelen stapsgewijs af te stemmen op deze domeinen en de referentieniveaus, ontstaat een curriculum dat leerlingen in een opbouwende lijn voorbereidt op de rekenvaardigheid die ze nodig hebben voor het vervolgonderwijs en dagelijks leven.

Burgerschap: Kennis, houding en vaardigheden

Voor burgerschap is het essentieel om concrete leerdoelen te formuleren die:

  1. Gericht zijn op de bevordering van basiswaarden van de democratische rechtsstaat
  2. Kennis, houdingen en vaardigheden omvatten die daarbij van belang zijn
  3. Sociale en maatschappelijke competenties ontwikkelen die nodig zijn in de pluriforme democratische samenleving
  4. Aansluiten bij de gerelateerde kerndoelen

In maart 2024 zijn nieuwe conceptkerndoelen voor burgerschap gepubliceerd door SLO. Hoewel deze nog niet wettelijk verplicht zijn, is de verwachting dat ze in de toekomst in de wetgeving zullen worden opgenomen. Het is daarom raadzaam om bij het formuleren van leerdoelen al rekening te houden met deze conceptkerndoelen. Belangrijk hierbij is dat het niet volstaat om de kerndoelen zelf als leerdoelen te hanteren. Scholen dienen deze kerndoelen te vertalen naar specifieke, op hun leerlingenpopulatie toegesneden doelen. Hierbij moet duidelijk worden geformuleerd welke leerlingen, op welk moment in hun schoolloopbaan, welke concrete vaardigheden en kennis moeten beheersen.

Van leerdoelen naar curriculum

Het omzetten van deze leerdoelen naar een samenhangend curriculum vergt een doordachte aanpak:

  1. Schoolspecifieke invulling: Hoewel methoden of materialen van derden gebruikt kunnen worden, moeten de leerdoelen toegespitst zijn op wat de leerlingen van de school nodig hebben en de context van de school.
  2. Doorlopende leerlijn: Zorg voor een logische opbouw van doelen over de jaren heen, die leerlingen voorbereidt op volgende leerjaren, vervolgonderwijs, arbeidsmarkt en samenleving. Werk daarbij concrete tussendoelen uit die richting geven aan de ontwikkeling van de leerling.
  3. Integratie: Verbind de leerdoelen voor taal, rekenen en burgerschap waar mogelijk. Bedenk dat burgerschap breder is dan alleen lesstof en ook aspecten als schoolklimaat en voorbeeldgedrag omvat.
  4. Concretisering: Maak algemene doelen (zoals kerndoelen of SDG’s) concreet door te specificeren welke groepen leerlingen precies wat moeten leren.
  5. Toetsing en evaluatie: Gebruik meetmethoden die direct aansluiten bij de geformuleerde leerdoelen. Denk aan toetsinstrumenten, rubrics of portfolio’s.

Implementatie in de praktijk

Om deze aanpak succesvol te implementeren, zijn enkele stappen nodig:

  1. Teamanalyse: Begin met een analyse van de huidige situatie. Waar staan we nu in relatie tot de gewenste leerdoelen en wettelijke eisen?
  2. Planvorming: Werk een (meerjaren)plan uit waarin de implementatie van de doorlopende leerlijn wordt uitgestippeld, rekening houdend met de specifieke context van de school.
  3. Materiaal- en methodeselectie: Creëer of selecteer lesmateriaal dat nauw aansluit bij de geformuleerde leerdoelen.
  4. Bredere aanpak: Zorg bij burgerschap voor een brede aanpak die verder gaat dan alleen lesstof, zoals aandacht voor schoolklimaat en voorbeeldgedrag van leraren.
  5. Monitoring en bijsturing: Zorg voor manieren om de voortgang van leerlingen ten opzichte van de leerdoelen te volgen en stuur bij waar nodig.

Tot slot

Door concrete, schoolspecifieke leerdoelen als uitgangspunt te nemen, creëer je een doelgericht onderwijsaanbod dat voldoet aan de eisen van de onderwijsinspectie én leerlingen optimaal voorbereidt op hun toekomst. Dit vraagt uiteraard een investering in tijd en energie. Vergeet niet dat dit een continu proces is. Blijf in gesprek met je team, pas aan waar nodig, en zorg ervoor dat het curriculum altijd aansluit bij de behoeften van je leerlingen en de context van je school.

Zie ook de webinar “Doelgericht werken aan basisvaardigheden” van de onderwijsinspectie

Categorieën:
Blijf op de hoogte
Volg ons op LinkedIn en blijf op de hoogte van onze laatste artikelen over kwaliteitszorg in het onderwijs.
Volg Kwaliteitszorg.nl op LinkedIn