Passend advies voor het vervolgonderwijs
Suggesties voor het invullen van OP 6.2
Alle leerlingen krijgen een passend advies voor het vervolgonderwijs. De school hanteert hierbij een zorgvuldige procedure, waaruit blijkt dat zij ernaar streeft leerlingen gelijke kansen te bieden.
Ambitie
Onze school streeft ernaar om alle leerlingen een passend advies te geven voor het vervolgonderwijs en gelijke kansen te bieden aan alle leerlingen.
Beoogd resultaat
Het beoogde resultaat is dat alle leerlingen aan het einde van groep 8 een passend advies krijgen voor het vervolgonderwijs en dat er geen significante verschillen zijn tussen de adviezen die gegeven worden aan leerlingen van verschillende achtergronden.
Een concreet, meetbaar doel dat de school nastreeft is dat minimaal 90% van de leerlingen aan het einde van groep 8 een advies krijgt dat overeenkomt met het uiteindelijke niveau waarop zij in het voortgezet onderwijs terechtkomen.
Gekoppelde acties
Om dit doel te bereiken, heeft de school een zorgvuldige procedure opgesteld voor het geven van adviezen. Deze procedure omvat onder andere het inzetten van gestandaardiseerde toetsen en observaties om het niveau van leerlingen te bepalen, het betrekken van ouders bij het adviesproces en het periodiek evalueren van de kwaliteit van de gegeven adviezen.
Daarnaast zorgt de school voor een brede oriëntatie op het vervolgonderwijs, zodat leerlingen een weloverwogen keuze kunnen maken. Dit wordt onder andere gedaan door het organiseren van informatieavonden, het uitnodigen van gastdocenten en het bezoeken van verschillende scholen voor voortgezet onderwijs.
Tot slot investeert de school in de professionalisering van het team, zodat zij op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen op het gebied van didactiek en onderwijsinnovatie.
Meten van het resultaat
Om te meten of de beoogde ambitie en het doel bereikt zijn, monitort de school de adviezen die gegeven worden aan leerlingen. Er wordt bijvoorbeeld gekeken naar de overeenkomst tussen het advies dat gegeven wordt en het uiteindelijke niveau waarop leerlingen terechtkomen in het voortgezet onderwijs. Ook wordt gekeken naar eventuele verschillen tussen adviezen die gegeven worden aan leerlingen van verschillende achtergronden. Deze monitoring vindt periodiek plaats en de resultaten worden gebruikt om de kwaliteit van de procedure en de adviezen te evalueren en waar nodig aan te passen.