Onderwijskundig leiderschap én gerichte inzet van middelen
Suggesties voor het invullen van SKA 2.4
De schoolleiding toont in haar sturing onderwijskundig leiderschap en zorgt voor een gerichte inzet van middelen om gestelde doelen te realiseren, onder meer op het gebied van de basisvaardigheden taal, rekenen en burgerschap.
Ambitie
De school streeft ernaar om iedere leerling een stevige basis te bieden in taal, rekenen en burgerschap, zodat zij goed voorbereid zijn op hun toekomstige rol in de samenleving.
Beoogd resultaat
Een concreet, meetbaar doel dat bijdraagt aan deze ambitie is dat in het schooljaar 2023-2024 minimaal 80% van de leerlingen uit groep 8 het landelijk gemiddelde niveau behaalt op de doorstroomtoets taal en rekenen. Daarnaast streeft de school ernaar om in dit schooljaar minimaal één project op te zetten dat gericht is op burgerschap, waarbij de leerlingen actief betrokken zijn.
Gekoppelde acties
Om dit doel te bereiken zal de school gerichte acties ondernemen. Zo zal er bijvoorbeeld extra tijd en aandacht besteed worden aan de vakken taal en rekenen, door middel van bijvoorbeeld remediërende lessen en het aanbieden van extra oefenmateriaal. Daarnaast zal de school samenwerken met ouders en externe partners om een project op te zetten gericht op burgerschap.
Meten van het resultaat
Om te meten of de beoogde ambitie en het gestelde doel bereikt zijn, zal de school de resultaten van de eindtoets taal en rekenen analyseren en vergelijken met het landelijk gemiddelde. Daarnaast zal er geëvalueerd worden of het project gericht op burgerschap bijgedragen heeft aan de ontwikkeling van de leerlingen op dit gebied. Deze evaluatie kan bijvoorbeeld plaatsvinden door middel van een enquête onder leerlingen, ouders en leerkrachten.