{ OP 2.6 }

Suggesties voor het invullen van OP 2.6

EIS:

Voor de leerlingen die deze extra ondersteuning nodig hebben, legt de school (binnen 6 weken) in het ontwikkelingsperspectief vast hoe zij het onderwijs afstemt op de behoefte van de leerling (wordt beschreven in het schoolplan) en registreert het ontwikkelingsperspectief in ROD. De school voert de geplande ondersteuning uit. De inhoud en uitvoering van dit plan wordt minimaal eenmaal per schooljaar met de ouders geëvalueerd.

Hieronder volgen suggesties voor het geven van invulling aan deze eis. Daarbij onderscheiden we de onderdelen: ambitie van de school, het beoogde resultaat, de gekoppelde acties, en de wijze waarop de school meet of het beoogde resultaat is bereikt. Per onderdeel doen we suggesties voor twee manieren om invulling te geven.

De suggesties op deze pagina zijn een hulpmiddel voor het formuleren van beleid. In goed beleid komen alle vier de punten aan bod. Lees hier waarom.

Ambitie van de school

De school heeft als ambitie om leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, een gepersonaliseerd en effectief onderwijsaanbod te bieden. Hierbij streeft de school naar optimale ontwikkelingskansen voor elke leerling, rekening houdend met hun individuele behoeften en capaciteiten.

Beoogd resultaat

Het beoogde resultaat is dat leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften succesvol deelnemen aan het onderwijs en hun volledige potentieel bereiken. Dit wordt bereikt door middel van een op maat gemaakt ontwikkelingsperspectief (OPP) dat de onderwijsbehoeften van de leerling weergeeft en wordt bijgehouden in het leerlingvolgsysteem van de school.

Gekoppelde acties

a. Identificeren van leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften en het vaststellen van hun specifieke behoeften.
b. Opstellen en vastleggen van het ontwikkelingsperspectief voor elke betrokken leerling binnen zes weken na identificatie.
c. Aanpassen van het onderwijsaanbod en de ondersteuningsstrategieën om tegemoet te komen aan de behoeften van elke leerling, zoals beschreven in het ontwikkelingsperspectief.
d. Monitoren en bijsturen van de uitvoering van het ontwikkelingsperspectief, zodat het aansluit bij de voortgang en veranderende behoeften van de leerling.
e. Communiceren en samenwerken met ouders en/of verzorgers, zodat zij betrokken zijn bij de besluitvorming en evaluatie van het ontwikkelingsperspectief.

a. Proactief identificeren van leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften en het vaststellen van hun specifieke behoeften met behulp van geavanceerde diagnostische tools.
b. Creëren en vastleggen van baanbrekende en holistische ontwikkelingsperspectieven voor elke betrokken leerling binnen zes weken na identificatie.
c. Implementeren van geavanceerde, op onderzoek gebaseerde onderwijs- en ondersteuningsstrategieën die tegemoetkomen aan de behoeften van elke leerling, zoals beschreven in het ontwikkelingsperspectief.
d. Continu monitoren en bijsturen van de uitvoering van het ontwikkelingsperspectief met behulp van data-analyse en technologie, zodat het naadloos aansluit bij de voortgang en veranderende behoeften van de leerling.
e. Actief samenwerken en communiceren met ouders en/of verzorgers en andere belanghebbenden, om zo een sterke gemeenschap van betrokkenheid en gezamenlijk eigenaarschap te creëren.

Meten van het resultaat

a. Voortgangsrapportage: De school volgt en rapporteert de voortgang van de leerling op basis van het ontwikkelingsperspectief en de geplande ondersteuning.
b. Evaluatie: De school evalueert minimaal eenmaal per schooljaar de inhoud en uitvoering van het ontwikkelingsperspectief met de ouders en/of verzorgers.
c. Prestatie-indicatoren: De school gebruikt meetbare prestatie-indicatoren, zoals toetsresultaten, cijfers, deelname aan schoolactiviteiten en sociale integratie, om de effectiviteit van de ondersteuning te beoordelen.
d. Feedback van betrokkenen: De school verzamelt feedback van leerlingen, ouders, leerkrachten en andere betrokkenen om de kwaliteit van de ondersteuning en het onderwijsaanbod te evalueren en verbeteren.

a. Voortgangsrapportage: De school maakt gebruik van geavanceerde monitoring- en rapportagesystemen om de voortgang van de leerling op basis van het ontwikkelingsperspectief en de geplande ondersteuning nauwkeurig bij te houden.
b. Evaluatie: De school organiseert diepgaande evaluatiesessies met ouders en/of verzorgers en andere belanghebbenden om de inhoud en uitvoering van het ontwikkelingsperspectief te beoordelen en optimaliseren.
c. Prestatie-indicatoren: De school hanteert ambitieuze en geavanceerde prestatie-indicatoren, zoals academische prestaties, emotionele en sociale groei, creativiteit en probleemoplossend vermogen, om de effectiviteit en impact van de ondersteuning te beoordelen.
d. Feedback van betrokkenen: De school verzamelt systematisch feedback van leerlingen, ouders, leerkrachten en andere betrokkenen met behulp van geavanceerde enquêtes en communicatietechnieken. Deze feedback wordt gebruikt om de kwaliteit van de ondersteuning en het onderwijsaanbod voortdurend te evalueren, verbeteren en innoveren, zodat de school haar ambitieuze doelen kan blijven verwezenlijken en een blijvende positieve impact heeft op de leerlingen en hun toekomst.

Context van deze eis

Deze eis maakt deel uit van de standaard OP2 Zicht op ontwikkeling en begeleiding. De omschrijving van deze standaard is: 'De school volgt de ontwikkeling van de leerlingen en biedt waar nodig passende begeleiding en extra ondersteuning. '

Om te voldoen aan de deugdelijkheidseisen van de onderwijsinspectie is het belangrijk dat een school heldere beleidsdocumenten heeft die beschrijven hoe het onderwijs op de school is georganiseerd en vormgegeven. Deze beleidsdocumenten kunnen de basis vormen voor de zelfevaluatie van de school en het toezicht van de onderwijsinspectie. Zo kan de school in haar beleidsdocumenten bijvoorbeeld beschrijven hoe zij haar onderwijskwaliteit bewaakt en verbetert, bijvoorbeeld door het hanteren van een kwaliteitscyclus en het inzetten van evaluaties en feedback van leerlingen, ouders en personeel.

De suggesties op deze pagina zijn een hulpmiddel voor het formuleren van beleid. In goed beleid komen alle vier de punten aan bod. Lees hier waarom.