{ Bestuurlijk waarderingskader }
Waarom is er een bestuurlijk waarderingskader?
De Inspectie van Onderwijs heeft het bestuurlijk waarderingskader ontwikkeld met als doel een helder en consistent kader te bieden voor het toezicht op de kwaliteit van besturen in het onderwijs. Dit kader richt zich op het gehele bestuur en niet op individuele scholen binnen dat bestuur. Het hoofddoel van het waarderingskader is om te beoordelen of het bestuur voldoet aan de wettelijke voorschriften en of het op de juiste wijze verantwoordelijkheid neemt voor het waarborgen van de onderwijskwaliteit. Daarnaast biedt het waarderingskader het bestuur praktische richtlijnen om de eigen kwaliteit te verbeteren en te monitoren. Als basis voor het toezicht door de Inspectie van Onderwijs op het bestuur, speelt het waarderingskader een essentiële rol bij het waarborgen van de onderwijskwaliteit in Nederland.
Hoe is het bestuurlijk waarderingskader opgebouwd?
Het kwaliteitsgebied Besturing, kwaliteitszorg en ambitie (BKA) richt zich op de verantwoordelijkheid van het bestuur om de onderwijskwaliteit op scholen te sturen en te zorgen voor een goede organisatie en kwaliteitscultuur. Dit omvat ook het financieel beheer. Het waarderingskader beoordeelt de besturing van het bestuur aan de hand van drie standaarden die de kwaliteitscyclus van het bestuur weerspiegelen. Een goed functionerende cyclus zorgt ervoor dat het bestuur in staat is om de basiskwaliteit te realiseren en te behouden, het onderwijs te verbeteren en financieel beheer op orde te hebben. Dit draagt bij aan de kernfuncties van het onderwijssysteem. De drie standaarden beoordelen respectievelijk de inrichting van de besturing en randvoorwaarden (BKA1), de uitvoering van de visie en doelen (BKA2), en de evaluatie, verantwoording en bijstelling van het beleid (BKA3). Een ontwikkelingsgerichte kwaliteitscultuur is essentieel voor effectieve sturing op deze cyclus en het waarborgen van de onderwijskwaliteit.