{ De soorten inspectiebezoeken }
Themaonderzoek
Een themaonderzoek heeft verschillende doelen, zoals het verkrijgen van inzicht in de kwaliteitsontwikkeling van bepaalde aspecten binnen het onderwijsstelsel, het identificeren van risico's of knelpunten in het stelsel, en het vinden van verklaringen voor deze problemen. Het onderzoek wordt gebaseerd op actuele vraagstukken of geconstateerde stelselproblemen. Het kan plaatsvinden bij individuele besturen of scholen, eventueel in combinatie met het vierjaarlijks onderzoek, of op andere manieren, zoals het gebruik van vragenlijsten, observatie van het onderwijsproces, gesprekken met meerdere betrokkenen (besturen, scholen, wetenschappers, deskundigen) en het aangaan van dialoog. Het thematisch onderzoek heeft tot doel de mate waarin het onderwijssysteem erin slaagt de kernfuncties van het onderwijs te vervullen in kaart te brengen, inclusief het identificeren van factoren die wel of niet bijdragen aan het realiseren van deze kernfuncties. Het Jaarwerkplan van de onderwijsinspectie wordt gebruikt om de onderzoeksagenda vast te stellen, inclusief meerjarige onderzoeksprogramma's en eenmalige themaonderzoeken die gericht zijn op het in kaart brengen van kernfuncties of geïdentificeerde knelpunten in het onderwijsstelsel. In geval van urgente thema's kan de onderzoeksagenda worden aangepast of uitgebreid.
Steekproef-kwaliteitsonderzoeken
De Onderwijsinspectie voert vanaf september 2023 steekproefsgewijze kwaliteitsonderzoeken (sko's) uit in het primair, voortgezet en speciaal onderwijs om een beter beeld te krijgen van de Nederlandse onderwijskwaliteit. Deze onderzoeken richten zich op bepaalde standaarden uit het onderzoekskader en dienen om de balans te verbeteren tussen toezicht op school-, bestuurs- en stelselniveau. Elke onderzochte school ontvangt een inspectierapport met inzichten over wat goed gaat, wat beter kan en wat beter moet. De resultaten worden ook gebruikt voor rapportage op stelselniveau, zoals in De Staat van het Onderwijs. De sko's worden het hele schooljaar 2023-2024 en in de jaren daarna uitgevoerd, waarbij in principe elke school in de steekproef kan vallen, met als uitgangspunt dat scholen niet binnen 12 maanden meerdere keren worden onderzocht.
Jaarlijkse prestatie- en risicoanalyse
De prestaties van besturen en hun scholen worden gemonitord om mogelijke risico's te identificeren en inzicht te krijgen in het functioneren van het bestuur. Dit gebeurt volgens artikel 11 van de WOT (Wet op het Onderwijstoezicht) aan de hand van verschillende indicatoren, waaronder financiële gegevens, personeelsgegevens, schoolveiligheidsgegevens en leerlingresultaten en -doorstroming. Minstens één keer per jaar wordt er een analyse uitgevoerd op de verzamelde gegevens. Bij vermoedens van risico's wordt er een risicoanalyse uitgevoerd, ook wel een expertanalyse genoemd. Een expertteam met kennis en expertise op het gebied van data-analyse, onderwijskwaliteit en financieel beheer voert deze analyse uit. De expertanalyse bevestigt of weerlegt eventuele tekortkomingen op het gebied van onderwijskwaliteit en financieel beheer.
Vierjaarlijks onderzoek bij bestuur en scholen
Het vierjaarlijks onderzoek heeft als doel om te beoordelen of het bestuur effectief stuurt op de kwaliteit van de scholen, de financiën adequaat beheert en hoe dit bijdraagt aan de kernfuncties van het onderwijs. Het waarderingskader voor besturen wordt gebruikt als referentiekader voor deze beoordeling. Het onderzoek bestaat doorgaans uit verschillende onderdelen. De intensiteit van het toezicht wordt bepaald op basis van beschikbare gegevens en het onderzoek wordt op maat uitgevoerd, rekening houdend met de specifieke kenmerken en context van het bestuur en de scholen. Vaak worden meerdere scholen van het bestuur bezocht voor verificatie-activiteiten. Dit kan ook leiden tot oordelen en herstelopdrachten op het niveau van de school.